En dat was soms wel stevig.
In maart en april dit jaar liep ik 2x 2 weken stage in functie van mijn studie verpleegkunde, die ik dit jaar startte in afstandsonderwijs aan Artevelde. Om mijn Bachelor in de Verpleegkunde te halen, moet ik namelijk zo’n 2500 uur stage lopen. Anders krijg je gewoon simpelweg geen diploma. Het werd dus hoog tijd om de eerste uren te gaan presteren!
In onze studie maken we kennis met 7 pijlers binnen de verpleegkunde, en dus ook 7 domeinen waarin we stage moeten lopen (o.a. ouderenzorg, thuiszorg, psychiatrie, etc.) doorheen de vierjarige studie. Aangezien je na je eerste (voltooide) jaar verpleegkunde een certificaat als zorgkundige kan aanvragen (wat ik dus technisch gezien behaald heb nu – reminder aan mezelf om dat certificaat aan te vragen haha), is de eerste stage vaak gericht op een pijler waarin je die activiteiten goed kan oefenen: de ouderenzorg.
Toen bleek dat ik in een Gents woonzorgcentrum op een gesloten dementieafdeling zou terechtkomen, was ik in eerste instantie redelijk zenuwachtig. Ik ben tot nu toe nog niet zo vaak in een woonzorgcentrum geweest. Dag op dag 1 jaar geleden verloor ik mijn liefste méméetje terwijl we op reis waren in Frankrijk. Zij woonde in een woonzorgcentrum en werd heel goed verzorgd, en ik denk dat ik schrik had dat het in contact komen met zo’n omgeving nog te zwaar zou zijn voor mij. Toegegeven, ik heb in die periode heel vaak aan haar gedacht, maar dat voelde gelukkig alleen maar positief en vol warmte. En vandaag hoop ik vooral dat ze goedkeurend meekijkt over mijn schouder, samen met pépé.
Wat hield mijn stage nu zoal in? Concreet liep ik voornamelijk vroege shiften, waardoor ik startte met werken om 6u30 en dus hielp met de bewoners uit hun bed te helpen, wassen, aankleden en naar de eetruimte brengen alsook helpen met eten. Daarna helpen met bedden opmaken, enzovoort, tot de soeppauze van 10u! Om daarna te helpen entertainen, helpen bij de mictietoer, medicatieronde en daarna de lunch. Wanneer iedereen hiermee klaar was en er dutjes konden gedaan worden, was het tenslotte pauze voor ons. En om14u36 zat de dag erop. Het voelde altijd “raar” om na een shift gewoon naar huis te gaan. Voor mij ging de deur met code heel gemakkelijk open, en hoewel er gelukkig nooit iemand probeerde mee naar buiten te gaan, voelde het soms wat vreemd om iedereen daar “achter te laten”.
Want het was inderdaad een gesloten afdeling. Een afdeling dus waar mensen met vergevorderde dementie zitten, en geloof me, dit bestaat in allerlei gradaties. Deze website geeft de gradaties mooi weer (en op onze afdeling zaten bewoners van fase 2 tot 4) Als ik ooit in die situatie zou verkeren, ben ik het liefst niet meer op deze wereld, maar áls het dan toch moest, dan graag in het woonzorgcentrum waar ik stage deed. De verwarmende liefde, het onuitputtelijke geduld van de medewerkers en de rust op de afdeling blijven me namelijk nog steeds bij. Met enkele bewoners kon ik het heel goed vinden, en hoe fijn was het gevoel dat iemand na enige tijd soms m’n naam wist, of de oudste bewoonster van het verdiep (97 jaar) m’n hand nam om eventjes bij haar te zitten voor een babbeltje. Met de bewoners babbelde ik voornamelijk over hun verleden. Ik zag oudjes die achtergronden hadden als advocaat, visser, huisvrouw, etc. Alles wat je je maar kan bedenken. En nu allemaal “back to basic”, want allemaal hebben we liefde, eten, drinken (en zo veel meer) nodig.
Lang verhaal kort: de stage bleef me heel erg bij. Ik denk nog heel vaak terug aan de mensen die ik er toen leerde kennen en weet dat zij mij wellicht niet meer herinneren. Dus: profiteer van het leven & pak mekaar eens goed vast (nu het weer kan), want dat doet o zo veel deugd!
Liefs,
Silke
Geef een reactie