Vandaag was het tijd om ons eerste huisje te verlaten! Een rit van 500km stond ons voor de boeg, helemaal naar Egilsstaðir. Dit is de grootste stad van Oost-Ijsland, maar die titel stelt niet zo heel veel voor. Er zijn slechts 2300 inwoners! De weg hiernaartoe lag er niet altijd even goed bij, waardoor het niet zo snel vooruit ging. Af en toe stopten we eens om het magnifieke uitzicht te fotograferen -waarbij ik nog steeds mijn plastic zakje van Renmans bij me had-, maar ik keek vooral uit naar het moment waarop ik weer naar mijn bed kon.
Tegen de middag stopten we bij het kleine havenstadje Húsavík, dat leeft van de visserij en van het toerisme. Voor deze laatste waren veel tours om met de boot walvissen te gaan spotten. Dit hebben we echter niet gedaan, de prijzen waren belachelijk hoog. We stopten bij een huisje in the middle of nowhere om onze picknick op te eten, maar algauw kwam de eigenaar naar buiten. “Of we dat niet eerst moesten vragen?”, oeps.

Húsavík
Daarna stopten we nog eens in Dettifoss, bij de watervallen waar de rest gisteren naartoe was geweest. Toen bleef ik ziek in de auto, maar vandaag besloot ik mee te gaan. De grootste waterval van Europa kon ik toch niet gemist hebben! Met zijn 100 meter hoogte en 40 meter breedte, was het inderdaad een kanjer. De weg ernaartoe was helaas wat minder indrukwekkend, met maximum 20 kilometer per uur, gleden we als een slak vooruit. Het typische Ijslandse binnenland!

Dettifoss
Nu zitten we in een huisje, 35 kilometer gelegen van Egilsstaðir en gelegen aan het meer waar het neefje van Loch Ness zou wonen! Spannend.
Liefs
Silke

Huisje
Geef een reactie